Debat over communicatie rond gemeentelijk beheer van vastgoed is al minstens twee jaar oud
DORDRECHT - Communicatie over leegstand in Dordrecht en vooral hoe met burgers wordt opgegaan, was eerder in 2013 onderdeel van een briefwisseling tussen het Platform duurzaamheid Dordrecht en het college van burgemeester en wethouders.
Het platform vroeg om een duidelijke communicatie, want de gementelijke overheid is soms in alle verscheidenheid onduidelijk voor burgers.
Volgens het antwoord vanuit het Stadskantoor is de procedure duidelijk. Alles gebeurt volgens een beleid dat in overleg is vastgesteld en de gemeenteraad wordt twee keer per jaar geinformeerd..
De briefwisseling:
AAN: College van burgemeester en wethouders gemeente Dordrecht
DD: 19 april 2013
BETREFT; Verzoek om duidelijkheid rond participatie
Geacht college,
We hebben overleg gelegd met wethouder Harry Wagemakers. We hebben toen afgesproken
onze opmerkingen over de praktijkervaring rond participatie op papier te zetten. In Dordrecht zijn
er burgers die zich willen inzetten voor de stad. We denken dat zij recht hebben op duidelijkheid.
We hebben gemerkt dat in het contact (de communicatie) tussen bestuur en bestuurden vaak
verschillende verwachtingen liggen wat tot teleurstellingen heeft geleid.
Het gaat dan om de gang van zaken rond de leegstaande LTS aan de Reeweg, waarbij een
aantal wethouders betrokken is. Deze kwestie kan een leerpunt zijn: wat ging goed en wat is
verbeterbaar?
De gemeente is voor burgers soms ook hopeloos ingewikkeld en verschillende sectoren binnen
de gemeentelijke organisatie kunnen richting burgers verschillende verwachtingen uitspreken.
Bij de LTS dacht een groep burgers partij te zijn, mede n.a.v. opmerkingen van wethouders op
een Duurzaamheidscafé begin 2012. Thans staan zij met lege handen, want er waren kennelijk
andere partijen, voor hen in ieder geval onduidelijk.
Als platform denken we dat het goed kan zijn om te kijken hoe de regie verloopt, hoe aan
verwachtingsmanagement kan worden gedaan.
Er is grote behoefte aan dat aan het begin van zo’n proces het bevoegd gezag duidelijk zou
moeten maken:
- dit zijn onze ijzeren voorwaarden;
- op deze punten kunt u op ons rekenen;
- bij deze punten heeft bv het college geen finale mandaat, maar is de eindverantwoordelijk
bij de gemeenteraad bv (of zijn nog andere formeel partij).
In het verleden is aan wethouders door onze voorzitter de suggestie gedaan om duidelijkheid te
geven over de toekomst van leegstaande panden voor tijdelijk of langer gebruik. Leegstand is
immers altijd achteruitgang.
Op het gebied van duurzaamheid willen we graag eerst dromen over een mooie toekomst. Op het
gebied van vastgoedbeheer pleiten we voor duidelijke communicatie vooraf, zodat de ruimte is
vastgelegd waarop wel of niet te dromen valt.
We denken aan een lijst van welke panden tijdelijk in gebruik komen en welke panden een grote
kans hebben op verkoop op de onroerend goed markt of voor een belangrijke opbrengst kunnen
zorgen.
Wat zijn de parameters van het grondbedrijf? Wanneer gaat het alleen om de maximale
opbrengst en wanneer telt ook een maatschappelijk belang mee?
Het maatschappelijke nut, maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat volgens ons verder
dan goed boekhouden.
Verder hebben wij bv gemerkt dat organisaties hun vinger opsteken voor toekomstig gebruik van
de tijdelijke locatie onderwijsmuseum.
Kortom: een pleidooi ook om de echte toezeggingen te laten doen door het college van
burgemeester en wethouders/gemeenteraad en vanuit dat bevoegd gezag de regie te laten
regelen. We geloven dat hierdoor de samenwerking, zoals het college die met de stad beoogt,
verder kan verbeteren.
Namens Platform Duurzaamheid Dordrecht
Reacties namens college van burgemeester en wethouders, door directeur vastgoedbedrijf:
Datum 27 juni 2Ot3
Ons kenmerk 1010768
Betreft toelichting beleid af te stoten panden
Vastgoedbedrijf
Geachte heer
op 2 mei 2013 ontvingen wij uw brief waarin u ons verzoekt duidelijkheid verschaffen te omtrent het beleid en de toekomst van leegkomende panden van de gemeente Dordrecht. Middels deze brief informeren wij u over het beleid van het gemeentelijke Vastgoed bedrijf.
In 2007 zijn doelstellingen bepaald waarom de gemeente vastgoed in haar bezit dient te houden. Dit betreft vastgoed ten behoeve van de eigen huisvesting en
bestuurlijk gelieerde organisaties, accommodaties voor maatschappelijke
doelgroepen, behoud van cultureel erfgoed en vastgoed ten behoeve van
anticipatie op ruimtelijke en economische ontwikkelingen in de stad.
Vastgoed dat niet tot deze categorieën behoort, wordt verkocht.
In overleg met de beleidssectoren stelt het vastgoedbedrijf randvoorwaarden op die gelden bij de verkoop. panden worden conform
vastgesteld beleid verkocht.
Een pand wordt eerst aan de zittende huurder aangeboden,
vervolgens aan de corporaties Trivire en woonbron en daarnà wordt het pand
openbaar via een makelaar te koop aangeboden tegen een marktconforme
waarde.
Ter voorkoming van ongewenste staatssteun is het niet mogelijk om panden onder de marktwaarde te verkopen, ook al is er sprake van een
maatschappelijk doel.
Bij panden boven € 600.000,- bijzondere objecten of in situaties waar de gemeente wenst af te wijken van het beleid, wordt daarnaast
de gemeenteraad gevraagd haar wensen en bedenkingen uit te spreken.
Vanaf de start van het Vastgoedbedrijf zijn er diverse panden verkocht. Nu verkoop van panden lastiger is en/of langer duurt vanwege de economische
omstandigheden, wordt aanpak en beheer van leegstand steeds belangrijker.
Het komt ook voor dat de beleidsonderdelen van de organisatie aangeven dat het niet wenselijk is een pand af te stoten, maar dat zij het pand in gemeentelijk
bezit wil houden en verhuren met een maatschappelijk doel. Ook verhuurt het Vastgoedbedrijf panden tijdelijk in afwachting van verkoop.
Bij bepaling van de huurprijs wordt rekening gehouden met de tijdelijke duur van de overeenkomst.
Belangstellenden voor verhuur en/of verkoop kunnen via de website van de
gemeente Dordrecht hun interesse in de panden kenbaar maken. Ook is het
mogelijk het overzicht van de leegstaande panden in te zien.
Door het toekennen van een label aan ieder leegkomend pand (te weten:
verkoop, verhuur, sloop etc.) tracht het Vastgoedbedrijf zo transparant mogelijk
de leegstand te bestrijden.
Het Vastgoedbedrijf monitor daarnaast de leegstand
en rapporteert twee maal per jaar aan de gemeenteraad.
Wij vertrouwen erop de procedure hiermee voldoende te hebben toegelicht.
Indien u nog vragen heeft, vernemen wij deze graag.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders,
Namens dezen directeur vastgoedbedrijf